Wind op zee en land: wat staat er op korte termijn op de agenda?
Het realiseren van wind op land en op zee leidt van oudsher al tot een discussie die fervente voor- en tegenstanders kent. Bent u betrokken bij of geïnteresseerd in de windsector? Lees hierna dan welke ontwikkelingen u de komende tijd kunt verwachten.
Wind op zee
De mogelijkheid om windparken op zee te realiseren, wordt geboden door de Wet Windenergie op Zee. Deze wet biedt de basis voor het vaststellen van kavelbesluiten. Per kavelbesluit wordt een tenderprocedure opengesteld waarop marktpartijen kunnen inschrijven. Per kavel zal 1 partij – al dan niet bestaande uit een samenwerkingsverband van meerdere (rechts)personen – uiteindelijk de gelegenheid krijgen om het kavel te realiseren. Dit is de partij die in de tenderprocedure de laagste prijs biedt. Voor Kavel I en II van het voor de provincie Zeeland aangewezen gebied Borssele is het kavelbesluit inmiddels vastgesteld en onherroepelijk. De tenderprocedure voor deze kavels sloot op 12 mei jl. waardoor de Minister van EZ – behoudens uitstel van de beslistermijn – uiterlijk op 10 augustus 2016 bekend zal moeten maken aan welke partij een kavel gegund wordt. Zoveel tijd had de Minister echter niet nodig; op 5 juli werd bekend gemaakt dat Dong de tender voor beide kavels heeft gewonnen.
De kavelbesluiten voor de Borssele Kavels III, IV en de innovatiekavel V zijn ook vastgesteld en onherroepelijk geworden. De tenderprocedure voor Kavel III en IV zal medio augustus worden opgesteld – naar verwachting nadat bekend is geworden wie de winnaar is van Kavel I en II. Wel is van belang dat 1 juli jl. een wijziging van de drie kavelbesluiten is gepubliceerd. Klik hier voor de publicatie van het ontwerpbesluit. Dit besluit is nodig omdat er in de voorschriften bij de besluiten van de minister van Economische Zaken van 24 maart 2016 tot vaststelling van de kavels III, IV en V, de coördinaten die de kavels begrenzen niet correct zijn opgenomen. Tot en met 11 augustus a.s. kan een zienswijze tegen de ontwerpbesluiten worden ingediend. Meer weten: kijk dan hier op de website van het Ministerie van EZ.
Wind op land
Op land zijn diverse windparken in voorbereiden. Zie hier voor de windparken boven 100 MW die met de rijkscoördinatieregeling worden voorbereid. Deze windparken hebben uiteraard hun eigen eigenaardigheden en kenmerken. Als belangrijke algemene aandachtspunten voor de ontwikkeling van windparken op land zien wij (i) de betrokkenheid van de omgeving bij het ontwikkelen en voorbereiden van de windparken en (ii) weliswaar meer op detailniveau, de wijze waar op de effecten onder de Flora- en faunawet worden bepaald.
Participatie
Het betrekken van de omgeving kan een positieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling en exploitatie van een windpark, omdat zo door ontwikkelaars en omgeving aangegeven kan worden welke bezwaren er leven tegen een windpark en in hoeverre deze bezwaren zouden kunnen worden weggenomen. Dat zou over en weer kunnen bijdragen aan acceptatie of in ieder geval wellicht begrip over de (on)mogelijkheden, wensen en beperkingen die bij de ontwikkeling van een windpark in acht kunnen en moeten worden genomen. Het is dan ook op zichzelf een goede ontwikkeling dat participatie van de omgeving een belangrijk aandachtspunt is voor de Omgevingswet. Het is echter voor de praktijk van belang dat met de participatieverplichting in de Omgevingswet voor grootschalige projecten als windparken een goed evenwicht wordt gevonden tussen de formele kant en de materiële kant van deze verplichting. Anders gezegd: de participatie moet qua procedure zodanig vormgegeven worden dat participatie meer is dan een “verplicht rondje rondom de kerk” maar als de omgeving niet wil participeren omdat men ten principale tegen de ontwikkeling van een windpark in de omgeving is, dan kan dit een intiatiefnemer niet worden aangerekend. Dat betekent dat in het kader van het besluitvormingsproces ten behoeve van een windpark participatie naar onze mening inderdaad een adequate plek behoort te krijgen, maar dat het niet zo zou moeten zijn dat als de participatie niet tot resultaten heeft geleid, de toestemingen voor het windpark niet kunnen worden verleend. Art. 5.47 van de Omgevingswet biedt de grondslag voor de verplichting om participatie te bieden, maar dit zal inhoudelijk nog worden uitgewerkt in een van de AMvB’s die nu worden voorbereid. Op 1 juli zijn deze AMvB’s bekend gemaakt en start een consultatieperiode van 3 maanden. Klik voor meer informatie hier.
Wind op land en natuur
De twee uitspraken inzake de Ffw-ontheffing voor Windpark Wieringermeer d.d. 4 mei 2016 (klik hier voor de RCR-uitspraak en hier voor de Ffw-uitspraak) geven inzicht in de discussies die in een procedure gevoerd worden over de effecten van een windpark op de natuur. Voor de komende tijd zal met name van belang zijn hoe gevolg wordt gegeven aan de constatering van de ABRvS dat de aangevraagde Ffw-ontheffing ten onrechte voor een deel is geweigerd. Een besluit van de staatssecretaris hierover zal ook ingaan op een AMvB van eind vorig jaar, waarmee een generieke vrijstelling van de Ffw is geïntroduceerd voor windparken en hoogspanningsverbindingen. Deze AMvB is tot op heden voor zover bekend nog niet toegepast. In dit verband is ook relevant de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming, die voorzien is per 1 januari 2017. Dan zal niet langer de staatssecretaris van EZ bevoegd zijn om de Ffw-ontheffing te verlenen, maar GS van de provincie waar het windpark zal worden gerealiseerd.
Kortom; er staat genoeg te gebeuren de komende tijd! Heeft u nog een specifieke vraag? ENVIR is betrokken bij meerdere grote en middelgrote windparken op land en op zee en is daardoor op de hoogte van alle ins & out. Wij helpen u dan ook graag verder.