Tracébesluit A2 blijft in stand – interessante Nbw uitspraak
Er gingen vele jaren van procederen en zelf prejudiciële vragen aan vooraf, maar de Afdeling bestuursrechtspraak laat nu definitief het Tracébesluit A2 ‘s-Hertogenbosch – Eindhoven in stand.
Binnenkort verschijnt een noot in M&R van Marieke Kaajan onder deze uitspraak. Reeds nu willen wij een paar belangrijke passages uit deze uitspraak van de Afdeling d.d. 10 december 2014 aanstippen. (Alle onderstrepingen in citaten: MK/FO).
De Afdeling laat het Tracébesluit in stand, maar geeft in deze uitspraak geen inhoudelijk oordeel over de juist zo prangende verhouding tussen stikstofdepositie en de Natuurbeschermingswet. De Afdeling kan dat inhoudelijke oordeel in deze uitspraak achterwege laten, omdat uit nieuw onderzoek blijkt dat er geen stikstofdepositieproblemen meer spelen in het gebied. Uit het nieuwe natuuronderzoek (een aanvullende passende beoordeling) van juni 2014 blijkt dat de blauwgraslanden – om welke beschermde habitatsoort het in deze zaak vooral ging – zich in betere staat bevinden dan werd aangenomen in de passende beoordeling die ten grondslag lag aan het Tracébesluit van juni 2011.
Nieuw onderzoek
De Afdeling overweegt: “Volgens de aanvullende passende beoordeling is de stikstofdepositie van zowel het totale wegverkeer op de A2 als het extra wegverkeer als gevolg van de verbreding van de A2 op het Natura 2000-gebied in het referentiejaar 2011 en in de planjaren structureel lager dan eerder werd verwacht. Dit is het gevolg van het nieuwe rekenmodel, dat een betere benadering van de werkelijkheid geeft dan het model dat voor de eerdere passende beoordeling is gebruikt. Verder is de trend ten opzichte van het referentiejaar beduidend anders: voor alle habitattypen is op de langere termijn sprake van een afname van de stikstofdepositie.”
Er is dus zowel sprake van een beter, realistischer onderzoeksmodel, alsmede van gunstigere ontwikkelingen, die ook eerder niet waren voorzien.
Overschrijding KDW
Interessant is ook het volgende: “Ondanks de overschrijding van de kritische depositiewaarde zijn de blauwgraslanden in de Moerputten grotendeels van goede kwaliteit en heeft het habitattype zich uitgebreid.”
“De Stichting Overlast A2 en anderen hebben niet aannemelijk gemaakt dat de door hen gestelde onzekerheid in de GDN wat betreft de achtergronddepositie van stikstof – wat daarvan ook zij – afbreuk doet aan deze bevindingen van de aanvullende passende beoordeling. Evenmin hebben zij inzichtelijk gemaakt waarom de concept-status van het beheerplan de juistheid van de aanvullende passende beoordeling in twijfel trekt. Hetgeen Stichting Overlast A2 en anderen over het GDN en het concept-beheerplan naar voren hebben gebracht, biedt dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat het wijzigingsbesluit 2014 in zoverre niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid.”
“De blauwgraslanden hebben zich bij de hoge achtergronddeposities de laatste jaren in stand gehouden en ontwikkeld. Ze zijn ondanks de hoge stikstofdepositie deels van goede kwaliteit, ook lokaal op korte afstand van de A2, en vertonen een stabiele trend. Dit komt met name vanwege het gevoerde beheer en de uitgevoerde hydrologische maatregelen. Bij voortzetting van het beheer, waarbij jaarlijks 3.500 mol N/ha stikstof uit het systeem wordt gehaald, wordt een verdere kwaliteitsverbetering verwacht. In het Bossche Broek worden in het kader van de realisatie van de EHS maatregelen genomen opdat de blauwgraslanden verder kunnen uitbreiden. De stikstofdepositie als gevolg van de wegverbreding is dermate beperkt dat die niet in de weg staat aan de uitbreiding van de blauwgraslanden in dit deelgebied.”
Van de altijd gevreesde overschrijding van de kritische depositiewaarde (kdw) is hier dus sprake, maar de feitelijke kwaliteit en zelfs een natuurlijk tot stand gekomen uitbreiding van het betreffende blauwgrasland laat toch een minder somber beeld zien.
Referentiedatum
Over de referentiedatum merkt de Afdeling het volgende op: “Niet in geschil is dat voor de realisering van de A2 tussen ’s-Hertogenbosch en Eindhoven, zoals deze aanwezig was ten tijde van de vaststelling van het tracébesluit, goedkeuring is verleend vóór afloop van de omzettingstermijn van de Habitatrichtlijn. Uit het voornoemde arrest van het Hof in de zaak Stadt Papenburg, ECLI:EU:C:2010:10, punt 48, volgt dat de in de Habitatrichtlijn vervatte voorschriften inzake de procedure voor voorafgaande beoordeling van de gevolgen van dat project voor het betrokken gebied niet gelden. In deze procedure staan dan ook alleen ter beoordeling de gevolgen van de verbreding van de A2 zoals voorzien in het tracébesluit. Hierbij is van belang dat, anders dan Stichting Overlast A2 en anderen veronderstellen, in de besluiten die in het kader van de toestemming voor de realisering van de A2 tussen ’s-Hertogenbosch en Eindhoven zijn genomen voor deze weg niet een maximaal aantal verkeersbewegingen vergund is. Gelet hierop is de minister bij de beoordeling van de stikstofdepositie in het referentiejaar terecht uitgegaan van het feitelijke aantal verkeersbewegingen in 2011, het jaar waarin het tracébesluit is vastgesteld.”
“Ter zitting hebben Stichting Overlast A2 en anderen voorts gesteld dat de stikstofdepositie als gevolg van het feitelijke aantal verkeersbewegingen op de weg in het referentiejaar had moeten worden vergeleken met de stikstofdepositie als gevolg van het aantal verkeersbewegingen dat na de realisering van het tracé maximaal mogelijk is.”
“Wat betreft het aantal verkeersbewegingen in de situatie na de wegverbreding ziet de Afdeling tegen de achtergrond van de door de minister gegeven toelichting en gelet op hetgeen onder 20 tot en met 21.1 van de verwijzingsuitspraak is overwogen geen aanleiding voor het oordeel dat de minister niet heeft mogen uitgaan van het NRM-NB.” (NRM-NB = Nieuw Regionaal Model Noord-Brabant, toevoeging MK/FO)
Maatregelen
Over de getroffen maatregelen (beschermingsmaatregelen, of instandhoudingsmaatregelen /beheermaatregelen), merkt de Afdeling het volgende op: “Anders dan Stichting Overlast A2 en anderen veronderstellen, zijn het HoWaBo-project en de andere door hen bedoelde in de aanvullende passende beoordeling vermelde maatregelen die in het Natura 2000-gebied worden getroffen geen beschermingsmaatregelen waarop het Hof in de aangehaalde punten van het arrest doelt. Deze maatregelen zijn immers niet in de bestreden besluiten opgenomen en houden geen verband met eventuele schadelijke gevolgen van de wegverbreding. Het gaat hier om instandhoudings- en beheermaatregelen die in de aanvullende passende beoordeling tot de verwachte feitelijke ontwikkeling in het gebied worden gerekend. De Afdeling heeft in de uitspraak van 30 oktober 2013 in zaak nrs. 201203812/1/R2 en 201203820/1/R2 overwogen dat dergelijke maatregelen als feitelijke ontwikkeling in de passende beoordeling kunnen worden betrokken indien met een voldoende mate van zekerheid vaststaat dat deze maatregelen daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd. Nu Stichting Overlast A2 en anderen niet hebben gesteld dat de maatregelen niet aan dit vereiste voldoen, bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat de maatregelen niet in de passende beoordeling mochten worden betrokken.”
Voor de gehele uitspraak kunt u klikken op deze link.