Programma Aanpak Stikstof is rem op de economische ontwikkeling
Uiterlijk 20 februari kan iedereen een zienswijze indienen tegen het PAS. Er is alle reden om dat te doen.
Als Staatssecretaris Sharon Dijksma binnenkort haar plannen om de stikstofconcentratie in de lucht te verlagen en meer natuur te ontwikkelen vaststelt, zal het voor agrariërs en particuliere ontwikkelaars vrijwel onmogelijk zijn om bestaande bedrijven uit te breiden of nieuwe ontwikkelingen te realiseren. Hiermee druist Dijksma’s Programma Aanpak Stikstof (PAS) in tegen het verminderen van de regeldruk en het stimuleren van ondernemerschap waar het kabinet zich op laat voorstaan. Het programma ligt nu ter inzage; tot en met 20 februari a.s. kunnen burgers en bedrijven hierop reageren.
Dijksma wil met een afname van de uitstoot van stikstof in gebieden die op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn beschermd zijn flora en fauna in stand houden. Voor veel planten, dieren en vogels is te veel stikstof schadelijk. Maar Dijksma wil ook dat er ruimte ontstaat voor nieuwe activiteiten zoals nieuwe industrie, de uitbreiding van een agrarisch bedrijf of nieuwe wegen in en rondom deze natuurgebieden. Deze activiteiten zorgen in vrijwel alle gevallen voor meer stikstof in de natuurgebieden – wat nu alleen toegestaan kan worden als met een kostbare en tijdrovende ecologische onderbouwing is aangetoond dat de vogels, dieren en planten in de gebieden hiervan niet extra hinder ondervinden. Met het PAS hoeven ontwikkelaars deze onderbouwing niet meer aan te leveren omdat het programma voor zogeheten “ontwikkelingsruimte” waar initiatiefnemers gebruik van kunnen maken zorgt. Dit lijkt een grote stap voorwaarts maar is echter een Pyrrhusoverwinning.
Voor nieuwe ontwikkelingen die zorgen voor extra stikstof op natuurgebieden is een vergunning nodig op grond van de Natuurbeschermingswet. Deze vergunning zal straks alleen verleend worden als ontwikkelingsruimte uit het PAS toebedeeld wordt aan de nieuwe activiteit – dus bijvoorbeeld aan de uitbreiding van een weg. Als tegenstanders van deze uitbreiding een procedure aanspannen tegen de verleende vergunning, zal de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State altijd moeten beoordelen of de zekerheid bestaat dat het natuurgebied niet (extra) wordt aangetast. Het PAS, en dus ook de onderbouwing van de uitgegeven ontwikkelingsrechten, bieden deze zekerheid niet. Een van de zwakkere punten van het programma is immers dat de omschreven ontwikkelingsruimte zeer onzeker is. Deze is namelijk gebaseerd op een toekomstige en niet vaststaande daling van de hoeveelheid stikstof in de lucht, in combinatie met het (berekende) effect van natuurmaatregelen. Die maatregelen zijn grotendeels nog niet eens uitgevoerd in de natuurgebieden. Hierdoor zal het programma dus juist leiden tot extra procedures en onzekere ontwikkeltrajecten. Dit zal ondernemers doen terugverlangen naar nu bestaande ontwikkelingsmogelijkheden.
De huidige wet- en regelgeving kent momenteel namelijk simpele manieren om een activiteit toe te staan. Als een toename van stikstof – bijvoorbeeld door een toename van het aantal dieren in een veehouderij – wordt gesaldeerd met een gelijke afname van stikstof bij een ander bedrijf, kan de gewenste ontwikkeling worden toegestaan. In de praktijk komt dit er op neer dat een agrariër de emissierechten van zijn buurman kan overnemen ten behoeve van zijn eigen uitbreiding. Deze regelmatig toegepaste en ook toegestane oplossing is zo goed als onmogelijk als het PAS is vastgesteld. Zo zal het programma dus veel ontwikkelingen in deze sector tegenhouden. Agrariërs zijn straks volledig afhankelijk van de ontwikkelingsruimte in het PAS. Dat geldt ook voor uitbreiding van industriële activiteiten of bij een toename van verkeer.
Tot en met 20 februari is het mogelijk om te reageren op het ontwerp-programma. Het is te hopen dat pleitbezorgers van zowel het milieu als de ontwikkelaars gebruik maken van dit recht en dat het programma wordt aangepast. Want het programma dat er nu ligt zal enkel zorgen voor onduidelijkheid en stagnatie.