Natuurcompensatiebank, stikstofreductie en natuurherstel
Ruim 1,5 jaar na de PAS-uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak worden de contouren van de oplossingen voor het stikstofprobleem beetje bij beetje zichtbaar. Na de Spoedwet Aanpak Stikstof die op 1 januari 2020 in werking trad, waarmee het (landelijke) stikstofregistratiesysteem in werking is getreden en het begrip ‘andere handelingen’ uit de Wet natuurbescherming (Wnb) verdween, is nu weer een aantal wijzingen voorzien.
Wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurherstel
Het meest omvattend is het wetsvoorstel “Stikstofreductie en natuurherstel” dat op 13 oktober jl. naar de Tweede Kamer is gezonden. Uitvoering van dit wetsvoorstel moet ertoe leiden dat in 2030 voor ten minste 50% van de stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden, de stikstofbelasting dusdanig verlaagd is dat verslechtering van deze habitats kan worden uitgesloten. In de praktijk zal dit er veelal op neerkomen dat de stikstofbelasting op een Natura 2000-gebied onder de zogeheten kritische depositiewaarde zal zijn gebracht; in uitzonderingsgevallen zou de belasting alsnog boven de kritische depositiewaarde kunnen blijven. Om deze resultaatsverplichting in 2030 te bereiken, voorziet het wetsvoorstel in het opstellen van een Programma Stikstofreductie en Natuurverbetering. De relevante maatregelen die ertoe moeten leiden dat de doelstelling van 2030 wordt behaald, moeten in dit programma worden opgenomen. In het programma zal ook worden bepaald welke bestuursorganen gehouden zijn deze maatregelen uit te voeren; deze bestuursorganen moeten overigens dan wel eerst instemmen met uitvoering van de maatregelen.
Naast de introductie van een nieuw programma, voorziet het wetsvoorstel in de mogelijkheid om bij AMVB een drempelwaarde in te stellen. Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat het voornemen bestaat om via deze regeling bij AMVB een drempelwaarde voor tijdelijke deposities in de bouw in te stellen – wellicht langs de lijn van de beleidslijn mobiele werktuigen, die op de website van Bij12 gepubliceerd is (bij het onderdeel vergunningen, onder 10). De onderbouwing van de haalbaarheid van zo’n drempelwaarde zal ook bij AMVB gegeven moeten worden. Dat zal geen sinecure zijn, gelet op de strenge jurisprudentie van het HvJ (zie hiervoor het PAS-arrest). Een eerder advies van de Raad van State op dit punt laat zien dat de Raad van State overigens ruimte ziet voor een drempelwaarde als vaart wordt gemaakt met instandhoudings- en passende maatregelen die op grond van art. 6 lid 1 en lid 2 Habitatrichtlijn worden getroffen. Consequentie van die benadering zou m.i. zijn dat er pas ruimte is voor een drempelwaarde als het Programma Stikstofreductie en Natuurverbetering is vastgesteld en er zicht op uitvoering van dit programma bestaat. Dat kan nog wel even duren – en dat is natuurlijk niet waar de bouw op zit te wachten. Het is de vraag of de Regering het advies van de Raad van State op dit punt volgt, of dat eerder een drempelwaarde wordt ingesteld – iets waar de praktijk overigens wel verschillende mogelijkheden voor ziet.
Wetsvoorstel Natuurcompensatiebank
Dit wetsvoorstel ligt tot 23 december a.s. ter consultatie. Dit voorstel voorziet in het creëren van een voorraad compensatie, voor projecten waarvoor met succes kan worden aangetoond dat hiervoor geen alternatieven bestaan en die vanwege een dwingende reden van groot openbaar belang worden gerealiseerd. In eerste instantie is deze natuurcompensatiebank alleen bedoeld voor projecten op het gebied van het voorkomen of beperken van overstromingen, de veiligheid van infrastructuur of de nationale veiligheid. Met deze beperking is ook verzekerd dat de Europese Commissie niet om advies hoeft te worden verzocht in een situatie dat een voorgenomen project leidt tot aantasting van prioritaire habitattypen of soorten. Door voor deze projecten een voorraad aan compenserende maatregelen aan te leggen, kunnen de projecten eerder worden uitgevoerd. Voordeel is ook dat, als de compensatie op voorhand is uitgevoerd, beter kan worden aangetoond dat de noodzakelijke compensatie ook het beoogde effect heeft.
Compensatie moet echter altijd aanvullend zijn ten opzichte van instandhoudings- en passende maatregelen waartoe Nederland sowieso verplicht is. En daarmee wordt de samenhang tussen dit wetsvoorstel en het wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering duidelijk; er zal eerst een duidelijk Programma moeten worden vastgesteld waarmee (hopelijk) duidelijk wordt welke maatregelen nodig zijn om te voldoen aan art. 6 lid 1 en lid 2 Habitatrichtlijn, voordat vervolgens kan worden vastgesteld welke aanvullende maatregelen kunnen worden ingezet, als mitigatie (waardoor wellicht meer stikstofdepositieruimte beschikbaar komt in het stikstofregistratiesysteem) of als compensatie.
Kortom: het wachten is op de inwerkingtreding van het Wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering!
Op de hoogte blijven van de meest actuele ontwikkelingen op onder andere het gebied van de natuurbescherming? Luister dan hier de maandelijkse podcast van het IBR.