Asbestbrand en kostenverhaal interessante uitspraak ABRvS 8 oktober 2014
Wachten met zelf maatregelen nemen terwijl er anders spoedeisende bestuursdwang toegepast gaat worden, omdat er geen akkoord is van de verzekeraar betekent niet dat de kosten niet verhaald kunnen worden op de overtreder.
Wederom een interessante uitspraak over kostenverhaal bij bestuursdwang na een asbestbrand.
De drijver van de inrichting probeert te vergeefs om onder het kostenverhaal uit te komen. Hij betoogt dat het college ten onrechte heeft bepaald dat de kosten van de toepassing van spoedeisende bestuursdwang en de daarna uitgeoefende bestuursdwang op hem worden verhaald. Hij stelt dat hem ten aanzien van de brand en de daardoor ontstane asbestverontreiniging geen verwijt kan worden gemaakt en dat het college bij de opdrachtverstrekking voor de asbestsanering vanuit het algemeen belang heeft gehandeld. De Afdeling meent echter dat er wel een verwijt kan worden gemaakt. De drijver van de inrichting heeft er voor gekozen om in strijd met artikel 17.1 van de Wet milieubeheer niet onmiddellijk na het optreden van de asbestverontreiniging de maatregelen te treffen die redelijkerwijs van hem konden worden verlangd. De omstandigheid dat de verzekeraar van de drijver van de inrichting hem nog geen uitsluitsel had gegeven over de dekking van schade, belette hem niet om tijdig opdracht voor de noodzakelijke asbestsanering te geven, zo meent de Afdeling. De Afdeling overweegt dat de drijver daarmee wel degelijk een verwijt kan worden gemaakt.
De Afdeling lijkt in de uitspraak toch een kleine opening te bieden om in de toekomst de weegschaal de andere kant op te laten doorslaan en het algemeen belang in de afweging zwaarder mee te wegen. De Afdeling overweegt “Vanwege de verwijtbaarheid van [appellant] kan de mate waarin het algemeen belang betrokken is bij het ongedaan maken van deze situatie, geen aanleiding geven voor het oordeel dat de kosten daarvan redelijkerwijze niet of niet geheel voor zijn rekening behoren te komen. Evenmin is gebleken van andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan moet worden geoordeeld dat de kosten van de bestuursdwang redelijkerwijze niet of niet geheel ten laste van [appellant] zouden moeten komen.” Een uitspraak waarin het algemeen belang inderdaad zwaarder weegt en de verwijtbaarheid zo beperkt of zelfs afwezig is, verwacht ik echter niet zo snel tegen te komen.
De drijver van de inrichting waar op het perceel de brand was uitgebroken overweegt vervolgens dat niet is gesteld en gebleken dat hij jegens de gemeente een onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek heeft gepleegd. De Afdeling geeft kort maar krachtig weer dat dit artikel bij het kostenverhaal van bestuursdwang geen rol speelt. Dit betreft een bestuursrechtelijk procedure inzake kostenverhaal, de jurisprudentie over artikel 6:162 BW en kostenverhaal speelt alleen in civiele procedures omtrent kostenverhaal een rol.
Hier treft u de link naar voornoemde uitspraak van 8 oktober 2014 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.